Neurologisch onderzoek zonder hoofdbrekens

Name: Neurologisch onderzoek zonder hoofdbrekens
Availability: InStock

€39.95

Kunt u in de praktijk vaak niet helemaal uit de voeten met de (soms wat te theoretische) inhoud van neurologische boeken? Dan is dit artikel iets voor u. Gedetailleerd, maar toch praktijkgericht en voorzien van veel praktische voorbeelden en tips. Op naar een neurologisch onderzoek zonder hoofdbrekens!

Category: Neurologie Tags: dierenarts neurologie neurologisch onderzoek veterinaire nascholing

Description

Neurologisch onderzoek in de dierenartspraktijk

Veel dierenartsen haken af zodra het gaat om een neurologische patiënt en dat is zonde! Ook in de eerstelijns praktijk kunt u heel veel voor het dier en de eigenaar betekenen. Hoogste tijd dus om de neurologie tot een geliefder onderwerp te maken. De eerste stap daarbij is het wegnemen van veel voorkomende vragen en twijfels, zoals:

Wanneer voert u welke houdingsreacties uit?
Moeten altijd alle spinale reflexen worden beoordeeld?
Wat is het verschil tussen vestibulaire-, cerebellaire- en proprioceptieve ataxie?
Hoe interpreteert u afwijkende kopzenuwfuncties?
Op welke manier onderscheidt u een centraal- van een perifeer vestibulair syndroom?
Wat is het verschil tussen upper motor neuron en lower motor neuron problemen?
Wat voor gevolgen kunnen spinale lesies hebben op het functioneren van de blaas?
Hoe bepaalt u uiteindelijk wat de neurolokalisatie is?
Op welke manier stelt u een DDx op en hoe kunt u prioriteren in deze waslijst?
Is MRI altijd de beste oplossing?
Wat kunt u doen als een eigenaar weinig financiële mogelijkheden heeft voor aanvullend onderzoek?

Op naar een neurologisch onderzoek zonder hoofdbrekens!

Dit artikel is geschreven door Cathelijn Hoelen en is tot stand gekomen door literatuuronderzoek en een grote hoeveelheid praktische informatie vanuit de volgende congreslezingen:

BSAVA 2017
- Dr. Paul Freeman; MA, VetMB, Cert SAO, DipECVN, MRCVS.
- Dr. Laurent Garosi; DVM, DipECVN, MRCVS.
BSAVA 2014
- Prof. Dr. Holger Volk; DVM PGCAP PhD DipECVN FHEA MRCVS.

Leerdoelen

Aan het eind van dit artikel met bijbehorende nascholingsquiz:

Kent u het belang van het signalement.
Bent u in staat meer uit de anamnese te halen.
Weet u hoe belangrijk het is om, voorafgaand aan het neurologisch onderzoek, aandoeningen van overige orgaansystemen uit te sluiten.
Kunt u vaststellen of er sprake is van een neurologisch probleem.
Kunt u het neurologisch onderzoek minder stressvol maken voor het dier.
Weet u waar u bij de stappen van het neurologisch onderzoek precies op moet letten.
Kunt u ataxie indelen in vestibulaire-, cerebellaire- en proprioceptieve ataxie. Daarbij weet u waarom deze indeling zo belangrijk is.
Weet u wanneer welke houdingsreacties het beste zouden kunnen worden uitgevoerd.
Kent u de verschillende kopzenuwfuncties en weet u wat het betekent wanneer u afwijkingen in de kopzenuwfunctietesten aantreft.
Kent u de verschillen tussen het perifeer- en het centraal vestibulair syndroom.
Kunt u de spinale reflexen uitvoeren en herkent u pathologische reflexen.
Is het onderscheid tussen upper motor neuron en lower motor neuron problematiek u duidelijk.
Snapt u de gevolgen van spinale lesies voor het functioneren van de blaas (urine retentie / overloopblaas / urine incontinentie).
Kunt u door het combineren van alle verkregen gegevens bepalen wat de neuro-anatomische lokalisatie is:
- Hersenen: voorhersenen, hersenstam, cerebellum
- Ruggenmerg: C1-C5, C6-T2, T3-L3, L4-S3
- Perifere zenuwstelsel: perifere zenuwen, neuromusculaire overgangen, spieren
Kunt u mogelijkerwijs vaststellen of de aandoening focaal, multifocaal of diffuus is.
Bent u in staat om een gestructureerde differentiaaldiagnoselijst op te stellen aan de hand van VITAMIN D.
Weet u hoe u moet prioriteren in de differentiaaldiagnoselijst, aan de hand van signalement, ontstaanswijze, klinisch verloop, aan- of afwezigheid van pijn, aan- of afwezigheid van lateralisatie / asymmetrie, en neurolokalisatie.
Kunt u een onderbouwde keuze maken voor gericht aanvullend onderzoek.