Top 10 fouten om te vermijden bij benauwde patiënten

Benauwde honden en katten … veel dierenartsen krijgen het er zelf benauwd van!

Een groot deel van de spoedpatiënten met dyspneu kan worden gered, maar vroegtijdig en adequaat ingrijpen is bij deze patiënten van essentieel belang.

In spoedsituaties telt iedere seconde! Diagnostiek dient dan ook te worden beperkt tot snel uitvoerbaar onderzoek dat direct bruikbare informatie oplevert.

  • Houdt u bijvoorbeeld rekening met het signalement van het dier en weet u daarbij tunnelvisie te voorkomen?
  • Gebruikt u daadwerkelijk al uw zintuigen tijdens het lichamelijk onderzoek en hoe interpreteert u de gevonden waarden?
  • Past u bij benauwde patiënten de spoed echografie technieken TFAST en AFAST toe?
  • Kiest u bij deze patiënten voor het maken van röntgenfoto’s?
  • Op basis van welke gegevens besluit u of thoracocentese verstandig is?
  • Hoe beoordeelt u de SpO2 uitslagen van een saturatiemeter?

Vervolgens is met spoed een meer of minder uitgebreide behandeling nodig.

  • Voelt u zich comfortabel bij het uitvoeren van thoracocentese voor een pneumothorax of liquothorax?
  • Heeft u een inhalator op de praktijk liggen en maakt u ook daadwerkelijk gebruik van inhalatie medicatie?
  • Weet u welke sedativa en anxiolytica goed bruikbaar kunnen zijn bij benauwde patiënten en welke middelen u beter niet kunt toepassen?

Dit artikel bespreekt 10 veelgemaakte fouten bij benauwde patiënten. Door u te verdiepen in dit artikel bent u in staat om de kwaliteit van de zorg in uw praktijk te verbeteren en het overlevingspercentage van benauwde patiënten te verhogen.

Onmisbare basiskennis voor iedere dierenarts!

  

Een goed Quiz-resultaat en het volledig lezen van bovenstaand artikel levert u een speciale nascholingsbadge met 1 nascholingspunt op! Deze wordt automatisch aan uw profiel toegevoegd.