Feline Infectious Peritonitis
Feline coronavirus (FCoV) infectie komt veel voor bij katten over de hele wereld. In een klein deel van de gevallen leidt de infectie tot de ontwikkeling van feline infectieuze peritonitis (FIP), een pyogranulomateuze vasculitis. Op dit moment is FIP wereldwijd een van de belangrijkste infectieuze oorzaken van sterfte bij katten!
FIP stelt dierenartsen voor een enorme uitdaging, vooral vanwege het feit dat het diagnosticeren van FIP zeer lastig kan zijn, de ziekte onmogelijk te voorkomen is, en FIP – tot voor kort – altijd binnen een kort tijdsbestek fataal was.
Al in 2020 schreef VetVisuals over een veelbelovende FIP behandeloptie met het antivirale middel GS-441524. De laatste jaren zijn hiermee grote successen geboekt. Maar liefst meer dan 85% van de katten blijkt als gevolg van deze medicatie te genezen!
In het Verenigd Koninkrijk en Australië is toepassing van GS-441524 en de pro-drug Remdesivir inmiddels gelegaliseerd. In Nederland was deze medicatie echter illegaal en wanhopige eigenaren van FIP-katten probeerden en masse op de zwarte markt aan deze medicatie te komen, met alle risico’s van dien.
Veelbelovende FIP behandeling binnen handbereik!
In juni 2023 is in Nederland een FIP studie gestart, waarbij de effectiviteit en veiligheid van GS-441524 en Remdesivir bij katten met FIP wordt onderzocht. Deze studie biedt FIP katten een reële kans op genezing!
De FIP studie is een samenwerking van de Apotheek Diergeneeskunde, het Departement Clinical Sciences Utrecht (voorheen Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren), AniCura Haaglanden in Rijswijk en Evidensia Dierenziekenhuis Arnhem en wordt gecoördineerd door drs. Marieke Knies, specialist in opleiding Interne Geneeskunde.
Overleg over en aanmelding van katten voor de FIP studie is mogelijk via het emailadres FIP@uu.nl. Medicatie is vooralsnog alleen beschikbaar voor katten die aan deze studie meedoen.
Wanneer moet u denken aan FIP? Welke diagnostiek kunt u het beste toepassen? Wat vertelt u een eigenaar over de behandelopties en prognose? Drs. Marieke Knies heeft alle praktische informatie in dit artikel voor u op een rijtje gezet. Zorg dat u op de hoogte bent van deze aandoening en van de lopende FIP studie. Zo kunt u (toekomstige) FIP katten en hun eigenaren zo goed mogelijk helpen!
Wat iedere practicus zou moeten weten over FIV en FeLV
De ziekten Feline Immunodeficiency Virus (FIV) en Feline Leukaemia Virus (FeLV) staan met regelmaat op de DDx van problemen bij katten … maar wanneer moet u als practicus nou eigenlijk aan deze ziekten denken? Ook de volgende vragen zijn relevant:
- Wat zijn de risicofactoren voor het oplopen van FIV en FeLV?
- Welk klinisch beeld kan er worden gezien?
- Welke vormen van diagnostiek zijn er mogelijk en hoe interpreteert u de uitslag?
- In welke gevallen is het verstandig om een bevestigende test in te zetten?
- Bij welke patiënten is behandeling zinvol en waaruit kan een behandeling bestaan?
- Wat kunt u aan een eigenaar vertellen over de prognose?
- Hoe staat het met het vaccineren tegen deze aandoeningen?
BELANGRIJKE UPDATE
De tijd en de ontwikkelingen in de diergeneeskunde staan niet stil (gelukkig maar). Wilt u weten wat er nieuw is op het gebied van FIV en FeLV bij de kat? Wilt u uw kennis opfrissen en/of uitbreiden? Of wilt u even snel iets opzoeken omdat u een kat in uw praktijk verdenkt van een van deze aandoeningen? Lees dan nu dit artikel!
Wees alert op babesiose … ook in de herfst en winter!
U zult het in de praktijk ongetwijfeld vaak horen … vragen als: “Mijn hond voelt zich niet lekker en heeft koorts; kan dat komen door de teek die hij heeft gehad?” of “Is behandeling tegen teken vanaf oktober nog wel nodig?” Als dierenarts is het belangrijk om op de hoogte te zijn van teken en van de aandoeningen die zij overgedragen. Het leefgebied van enkele relevante tekensoorten breidt zich al jarenlang uit, de dichtheid van teken neemt toe en veel teken zijn inmiddels gedurende het gehele jaar actief. De kans op het oplopen van een ‘tick-borne disease’ wordt daarmee steedsgroter ... óók in de herfst en winter! Belangrijke voorbeelden zijn babesiose, ehrlichiose en anaplasmose, ziekten die in Nederland voorkomen en waarbij het dier tegenwoordig geen buitenlandanamnese meer hoeft te hebben. Babesia infecties worden in Nederland het vaakst in de herfst en lente gezien.
Babesia is een protozo die erythrocyten infecteert en kan leiden tot ernstige anemie en diverse andere acute en chronische afwijkingen. Onbehandeld kunnen Babesia infecties resulteren in meervoudig orgaanfalen en sterfte. Vroegtijdige detectie van babesiose gevolgd door snel inzetten van een juiste therapie is dan ook essentieel!
Hartworm bij de hond en kat
Hartworminfectie wordt veroorzaakt door een filaroïde worm. Parasieten uit deze groep kenmerken zich doordat ze diep in het lichaam (holten, bindweefsels of bloedvaten) aanwezig zijn en de besmetting overgebracht wordt door bloedzuigende geleedpotigen. De belangrijkste vertegenwoordiger bij de hond en de kat is de hartworm Dirofilaria immitis.
Een goed resultaat en het lezen van het artikel 'Hartworm bij hond en kat' levert u een nascholingsbadge met 1 CPD-punt op!
Human-to-cat COVID-19 transmission
A team of scientists at the University of Glasgow has identified two known cases of human-to-cat COVID-19 transmission in the UK. In the study, led by the University of Glasgow and published today (23 April 2021) in the Veterinary Record, researchers describe two cases of human-to-cat SARS-CoV-2 transmission, found as part of a COVID-19 screening programme of the feline population in the UK.
Infectious disease control in veterinary practice
Veterinary practices have to manage animals that are colonised or infected with meticillin resistant Staphylococcus aureus (MRSA), S. pseudintermedius (MRSP) or other antibiotic resistant bacteria. Veterinary staff and premises can be reservoirs of these organisms, and high standards of hygiene are needed to prevent their dissemination. Relatively simple hygiene measures have reduced the prevalence of MRSA in NHS hospitals by up to 80%. Most of these measures can be easily implemented in veterinary practice.
Toxoplasmose … lopen kat en mens gevaar?
De parasiet Toxoplasma gondii is een belangrijke zoönose die wereldwijd veel voorkomt. Besmetting kan met name bij foetussen en immuungecompromitteerde mensen dramatische gevolgen hebben! Alhoewel besmetting bij immuuncompetente mensen meestal beperkt blijft tot milde en zelflimiterende griepverschijnselen, kunnen ook bij deze groep serieuze ziekteverschijnselen worden gezien, mogelijk als gevolg van de komst van nieuwe, meer virulente varianten van Toxoplasma.
De kat als boosdoener?
- De kat (en met name de kattenbak) wordt vaak als boosdoener van toxoplasmose bij de mens aangewezen, maar is dat wel terecht? Welke rol speelt een kat bij deze zoönose?
Vanuit dierenarts oogpunt ook niet onbelangrijk (!):
- Wat merkt een kat zelf eigenlijk van een besmetting met deze parasiet, oftewel wat zijn de symptomen?
- Bent u zich bewust van de risicofactoren voor klinische toxoplasmose bij de kat?
- Hoe stelt u de (waarschijnlijkheids)diagnose?
- Is de parasiet volledig te bestrijden?
- Loopt de kat bij behandeling van toxoplasmose een risico op verergering van de klachten?
- Tot slot, wat kunt u een eigenaar vertellen over de prognose voor de kat?
VetVisuals heeft afgelopen zomer (2022) voor u alle essentiële informatie samengebracht in dit actuele overzichtsartikel.
Lees wat u wilt weten over toxoplasmose bij de kat en mens en kom beslagen ten ijs in de praktijk!
Toxoplasma en Neospora spp. bij kat en hond
Toxoplasma gondii is een van de bekendste veterinair relevante protozoa voor de gezelschapsdierenarts. Daarnaast is deze protozo bekend binnen de maatschappij, vooral onder zwangere vrouwen, omdat het een beruchte zoönose is. Neospora caninum was tot enkele tientallen jaren geleden veel minder in beeld, maar krijgt nu ook steeds meer aandacht. Wat weet u van deze parasiet? Vormt deze protozo ook een zoönotisch risico en wat zijn voor het dier de gevolgen van een infectie? Wist u dat transplacentale infectie van neonaten mogelijk is? En wat is eigenlijk een zinvolle therapie voor dieren met toxoplasmose of neosporose? De prognose van een protozoaire meningoencefalitis is gereserveerd, maar wordt sterk beïnvloed door de snelheid van het stellen van de diagnose en tijdig starten met adequate therapie.
Kennis van de klinische relevantie van Toxoplasma gondii en Neospora caninum is onontbeerlijk voor de gezelschapsdierenarts. In diverse differentiaaldiagnoselijsten van voornamelijk neurologische patiënten horen deze infectieuze agentia thuis. Epileptiforme aanvallen kunnen het gevolg zijn van infecties van de hersenen, maar wist u ook dat paraparese en vestibulaire klachten het resultaat kunnen zijn van een infectie met een van beide protozoa? En wist u dat een sluimerende infectie klinisch weer tot uiting kan komen na bijvoorbeeld behandeling met immunosuppressiva?
In dit artikel wordt klinisch relevante informatie betreffende beide protozoa besproken. Met veel beeldmateriaal van patiënten en een video-based case report!
Een goed nascholingsquizresultaat en het lezen van het artikel levert u een nascholingsbadge met 1 CPD-punt op!
Video: Cat 'flu and new highly pathogenic strains of FCV and vaccines
In this veterinary video presentation Professor of Feline Medicine Danièlle Gunn-Moore - University of Edinburgh - United Kingdom discusses Cat 'flu and new highly pathogenic strains of FCV and vaccines.You will learn: To recognise the clinical signs of cat ‘flu and to realises that while feline calicivirus (FCV) and feline herpes virus (FHV-1) are the most common causes many other infectious agents can also be involved, some of which are potentially zoonotic.To know the most effective ways of diagnosing and treating cat ‘flu.To recognise what virulent systemic FCV (VS-FCV) looks like, to understand how serious it is for both the infected cat and the veterinary practice, and how you might try to treat a case. And also to understand the role that maternally derived immunity plays in determining the efficacy of vaccination and to realise that different infectious agents may respond differently to killed verses modified live vaccines.
Ringworm in cats and dogs
Ringworm is the common name for dermatophytosis, a fungal infection of the skin.
Understanding dermatophytosis is important as it is one of the most common infectious skin diseases and can spread to other animals as well as people. It is also one of the most common zoonotic diseases encounted in practice and it is important for veterinarians to have a sound understanding of the condition as treatment and management can be expensive and seem impractical in many situations.
In this article you will receive a refresher on the infectious agent, it’s pathogenesis, diagnosis and treatment options. We will also discuss the environmental and animal management requirements to prevent reinfection and transmission of infection.
Mycobacterial infections in cats
Mycobacterium is a genus of bacteria with wide variations in host affinity and pathogenic potential. Mycobacterial infections are recognized as a global health problem, both in humans and other animals. Many species exist that can infect the cat and induce a variety of clinical syndromes. The precise prevalence of mycobacteriosis in cats is unknown.
Identification of the causative agent is important because of potential zoonotic risks, as well as for prognosis and optimal treatment selection. The clinical signs and histological features may help to suggest one or other mycobacterial species, but for a definitive diagnosis, culture and/or molecular analysis is needed. Treatment of mycobacterial diseases can be challenging.
Although mycobacterial infections are not well known amongst most veterinarians, it is very important to be aware of them. The disease is probably underdiagnosed as research by Gunn-Moore et al (2012) showed that mycobacterial infections were 1/10 as common as lymphoma, which is still very common. So, more than enough reason to be well informed!
Video: Mycobacterial and pox infections in cats
Did you know that mycobacterial and (cow)pox infections are much more common in cats than most people realise? If you would like to learn how to recognise and treat feline mycobacterial infections, watch this video presented by Professor of Feline Medicine Danièlle Gunn-Moore (University of Edinburgh).
Article: Feline mycobacterial infections
Mycobacterial infections are a global health concern, both in humans and other animals. One third of all humans are infected with Mycobacterium (M.) tuberculosis (although only 5-10% develop disease). Several species cause disease in veterinary species, being either primary pathogens, or becoming pathogenic under certain circumstances.
Artikelen infectieziekten
Er zijn erg veel publicaties en boeken die ingaan op het niesziektecomplex ofwel upper respiratory tract disease / infection bij de kat. Wereldwijd krijgt de aandoening veel aandacht vanwege de hoge prevalentie en soms grote gevolgen (hoge euthanasiecijfers) die de ziekte kan hebben, voornamelijk wanneer katten in grote groepen gehouden worden, zoals in asielen. Er zijn teksten en studies die voornamelijk de asielkat of het asiel als onderwerp nemen en daarom zijn er daarvoor ook specifieke aanbevelingen. Soms gebaseerd op wetenschappelijk onderzoeken en soms op consensus of ervaring van auteurs. Dit artikel spitst zich toe op de plek van antibiotica in de therapie en noemt verschillen met de huiskat.
Vaak is meer dan 50 % van de honden met een bewezen Leishmania infectie asymptomatisch drager. Deze honden worden gewoonlijk niet behandeld in de dierenartsenpraktijk, maar kunnen de ziekte wel overdragen en dragen daardoor bij tot het in stand houden van een Leishmania infectie in een endemisch gebied. Geïnfecteerde honden, zonder klinische symptomen, kunnen meegenomen worden naar voormalige niet-endemische gebieden.
Fecesonderzoek bij parasitaire diarree van de kat
Tijdens het Feline Focus congres, dat op 13 september 2008 werd gehouden in de Reehorst in Ede, stonden intestinale problemen bij de kat centraal. De (inter)nationale sprekers zorgden voor een boeiend programma, waarin niet alleen parasitaire diarree en het ontlastingsonderzoek aan bod kwamen, maar ook zoönosen, het vaccineren van katten op maat, het omgaan met (agressieve) katten in de praktijk en de intensieve zorg van de kat. Prof. Dr. Stanley Marks sprak vol enthousiasme over parasitaire diarree en legde vooraf nog eens duidelijk uit hoe een goed ontlastingsonderzoek moet worden uitgevoerd. Dr. Paul Overgaauw ging in op parasitaire diarree bij de kat en de situatie in Nederland.
De Engelse dierenarts en dermatoloog Tim Nuttal was in 2008 aanwezig op het congres over geneeskunde van het gezelschapsdier, georganiseerd door château vétérinaire te Rhoon. Dit keer sprak hij niet over honden met pyodermie of atopie, maar over de aanwezigheid van methicilline resistente stafphylococcus aureus (MRSA) in de dierenartsenpraktijk. MRSA vormt wereldwijd problemen in de humane gezondheidszorg en wordt inmiddels ook in toenemende mate onderkend als ziekteverwekker in de dierenartsenpraktijk. Het lijkt erop dat een nauw contact tussen mens en dier al snel leidt tot een uitwisseling van commensale (resistente) bacteriën.
Hartworminfectie wordt veroorzaakt door een filaroïde worm. Parasieten uit deze groep kenmerken zich doordat ze diep in het lichaam (holten, bindweefsels of bloedvaten) aanwezig zijn en de besmetting overgebracht wordt door bloedzuigende geleedpotigen. De belangrijkste vertegenwoordiger bij de hond en de kat is de hartworm Dirofilaria immitis.
De mannelijk gecastreerd Britse Korthaar Vico werd in 2008 op een leeftijd van 10 maanden aangeboden op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren te Utrecht in verband met aanhoudend braken sinds 4 dagen. Tevens wilde de kat niet meer eten en werd steeds slomer. Er was eenmalig diarree gezien, waar echter geen details over bekend waren. Volgens de anamnese was deze kat nog nooit ziek geweest. Hij en de andere 3 katten in het huishouden, die geen problemen hadden, waren ontwormd en gevaccineerd en kwamen niet buiten. Een eenmalige behandeling door de verwijzend dierenarts met carprofen en metoclopramide had geen effect.
CASUS - Franse hartworm infectie bij een hond
Een 2 jaar oude vrouwelijke Cavalier King Charles Spaniël werd aangeboden met problemen van tachypneu, dyspneu en een verminderd uithoudingsvermogen. Met het lichamelijk onderzoek werden geen afwijkingen gevonden. Röntgenologisch onderzoek toonde diffuus verspreide interstitiële longveranderingen. Uit fecesonderzoek bleek sprake te zijn van een infectie met Angiostrongylus vasorum. Deze heeft een indirecte levenscyclus met de slak als tussengastheer en de hond en vos als eindgastheer. Verschijnselen kunnen onder andere bestaan uit respiratoire verschijnselen, coagulopathiën, neurologische verschijnselen en gastro-intestinale klachten. Na dagelijkse behandeling met fenbendazol gedurende drie weken was er bij deze casus duidelijke klinische en radiologische verbetering. Controle fecesonderzoek toonde geen aanwezigheid van larven. Het belang van aanvullende diagnostiek bij dieren met respiratoire verschijnselen is beschreven.
Voorste luchtweginfecties bij de kat
Over voorste luchtweginfecties bij katten valt veel te vertellen en er zijn er maar weinig die zo veel over dit onderwerp te vertellen hebben als Michael Lappin. Lappin, Professor in Small Animal Clinical Veterinary Medicine van de Colorado State University wist tijden het vijftiende Chateau Veterinaire (2011) te Rhoon zijn publiek dan ook moeiteloos te boeien.